Marrakech, een van Marokko’s koningssteden, stad van het sprookje van 1001 nacht is het beginpunt van de reis.
Midden in het doolhof van de meanderende straatjes van de medina ligt het stadspaleisje Riad Ana-Yela, waar volgens de overlevering ooit het meisje Yela woonde; ze heeft een heel bijzonder verhaal achtergelaten… Natuurlijk mag je een bezoek aan het drukke en exotische Jemaa-el Fnaa plein bij zonsondergang niet overslaan.
Dwars door het spectaculaire landschap van het Atlasgebergte kom je langs dorpen opgetrokken uit klei, zoals Aït ben Haddou. Dan gaat het door de Draa-vallei vol dadelpalmen diep de Sahara in. Het landschap wordt leger en leger, tot er niets anders te zien is dan zand, waar je ook kijkt. Net als je denkt dat je er nooit meer zult komen, doemen ineens de tenten op van Erg Chigaga, een kleinschalig kamp, met maar vijf tenten. Je wordt binnengehaald door gastvrije Berbers, die je meteen in doeken hullen en je tot een van hen maken. Slapen in de woestijn onder de sterrenhemel is een onvergeteijke ervaring,en de volgende ochtend gaat het avontuur door: schommelend op een kameel ga je op pad. Adembenemend uitzicht is de beloning, nergens kun je zover kijken als in de woestijn. Brood bakken in het zand, water halen bij de bron. Alles is afgepeld tot essentie, alsof er een geheim wordt blootgelegd. De woestijn doet iets met je.
