Laat de drukte van Nairobi snel achter je en stijg op met een klein vliegtuigje op weg naar de uiterste rand van het immense natuurpark ‘Masai Mara’. Je hoeft alleen maar naar beneden te kijken om het eerste wild al te zien: kuddes gnoes trekken over de uitgestrekte vlaktes.
Je landt op het gras van Cottar’s Camp, en wordt opgehaald met een gerestaureerde klassieke jeep. Onderweg kom je giraffes tegen, en met een beetje geluk zelfs olifanten. In het prachtig ingerichte kamp stap je meteen een wereld in van 100 jaar geleden. Je wordt door een Masai-krijger, gewapend met een speer naar je tent gebracht. De Cottar’s familie organiseert al vanaf de jaren ’20 safari’s. Vroeger om te jagen, het enige dat nu geschoten wordt, zijn plaatjes. Hier geen minibusjes met andere toeristen, maar een unieke ervaring voor twee, die voor altijd op je netvlies zal staan..
Kenia is niet alleen maar safari, het heeft een prachtige kust. Vlieg naar Lamu, al sinds de 16e eeuw een knoopunt voor handel tussen Arabië en Europa, loop door de smalle straatjes en laat je toekomst voorspellen door een medicijnman . Logeer in het net buiten de drukke stad gelegen Majils Hotel. Zeilend in de Dhow van het hotel zie je de zon ondergaan.
Niet ver daar vandaan ligt Kiwayu, een stukje Kenia met eindeloze ongerepte stranden. Het enige dat je hier nog hoeft te doen, is je kleren uitgooien, de zee in hollen en samen in een hangmat de branding horen rollen. Een rieten hut met een badkamer in de open lucht en een zelfgevangen krab als lunch. Perfectie met je voeten in het zand. Het paradijs.
